In de vergaderzaal van het Pathologisch Instituut van Londen stelt de jonge chirurg Frederick Treves aan een groep dokters een gruwelijk uitziend wezen voor. De man is zo misvormd dat hij gedoemd is zijn leven te slijten als kermisattractie.
De rijke dwerg Hans huwt de onbetrouwbare trapeze-artieste Cleopatra. Zijn beste vriendin, de kleine Frida, vermoedt dat Cleopatra niet helemaal zuiver op de graat is. Dankzij circusbazin Madame Tetrallini en haar freaks ontdekt ze een complot en neemt ze samen met de freaks wraak op Cleopatra en haar minnaar Hercules.
In 1958 is de New Yorkse Diane Arbus een huisvrouw en moeder die als assistente werkt van haar man, een fotograaf in dienst van haar rijke ouders. Hoe respectabel haar leven ook is, ze kan het niet helpen dat ze zich ongemakkelijk voelt in haar bevoorrechte wereld. Op een avond trekt Diane de aandacht van een nieuwe buurvrouw, en de raadselachtige man inspireert haar om op pad te gaan om haar eigen kunstenaarschap te ontdekken.
Doña Alegría, eigenaar van het Circus, is vastbesloten dat haar zoon Palevhi de klassieke lijn van de show behoudt, die om een volledige renovatie vraagt. De afgelopen jaren heeft het Circus zich als een stervende voortgesleept, totdat de dreiging van faillissement en werkloosheid zijn werknemers tot wanhoop bracht. Op een avond in september besluit Palevhi de grote familie van het circus op de hoogte te stellen van de definitieve sluiting. Tranen van frustratie maken plaats voor het zoeken naar oplossingen.
