Een Zweeds gezin is op skivakantie in de Franse Alpen. Ze hebben het erg naar hun zin. Als er plotseling een lawine plaatsvindt wordt alles anders. In de consternatie blijkt de vader laf en egoïstisch te reageren. Na de lawine vraagt hij zich af waarom hij zo reageerde.
Misschien is het voldoende om een begrafenisstoet tegen te komen om uit de realiteit en in waanvoorstellingen te vervallen. Een delirium waar de tijd, die zijn onophoudelijke beweging heeft verloren, kronkelt tussen de beelden van het niets - de weerspiegelingen van de Dood in de dood van het verleden en de toekomst, verschrikkelijk en gewenst... De gast - een jonge psychiater - wordt uitgenodigd om te leven in de familie in verband met de vermoedelijke waanzin van de Vader, bezeten door een morbide suïcidale drang tot touwen, knopen en wurging. Maar het is heel goed mogelijk dat alles andersom is, en dat het zijn – de geestelijke gezondheid van de Gast – is die medisch ingrijpen vereist.
